Dit doe ik voortaan anders

De een eet zich vol als zij slecht in haar vel zit, de ander heeft dan continu kritiek en de derde duwt zijn dierbaren op belangrijke momenten van zich af. Zo’n gedragspatroon doorbreken is niet altijd makkelijk, maar het is wél mogenlijk.

Elk jaar in januari – normaal gesproken – zitten de sportscholen stampvol. Een les moet ver van te voren worden geboekt. Na alle decemberuitspattingen moet het roer om, en dit keer écht. In februari zijn de meeste lessen weer beschikbaar en tegen maart is reserveren niet meer nodig.
Waarom is het doorbreken van patronen toch zo moeilijk?
Het is de schuld van ons reptielenbrein, de onderste en oudste laag van onze hersenen. Gedrag wat vaak word uitgevoerd slijt diep in, helemaal tot in dit hersendeel. We hoeven er daarna niet meer over na te denken: het gaat vanzelf. Fietsen bijvoorbeeld, maar ook ruziemaken met je partner.Hoewel we precies weten hoe dit eindigt, trappen we er de volgende keer evengoed weer in. Net als een zak chips eten tijdens het netflixen of chronisch te laat komen. Gelukkig hebben we ook neocortex: ons controlecentrum waarmee we denken, plannen en risico’s inschatten. Met dit hersendeel, dat als laatste is gevormd, bedenken we dat we dingen beter willen doen en hoe we dat gaan aanpakken. Maar hoewel de verschillende breinlagen samenwerken, heeft de oudste de meeste macht. Met andere woorden: We kunnen met onze neocortex wel allerlei plannen maken, maar vooral in tijden van stress heeft die hersenlaag niet zo veel in te brengen; het reptielenbrein wint.

Toverformule
Kunnen we het beter meteen opgeven? nee dat nou ook weer niet. Zo’n vijftien tot twintig procent van de mensen houdt gedragsveranderingen langer dan een jaar vol.
Er moet sprake zijn van voldoende innerlijke drang, discipline en interne attributie. Dit laatste houdt in dat je in staat bent zelf veranderwoordelijkheid te nemen voor het slagen of mislukken van een verandering, in plaats van anderen of omstandigheden de schuld te geven. en je moet jezelf helpen. een bekend hulpmiddel om zwakke momenten het hoofd te bieden, is bijvoorbeeld de als-dan-redenering. Wil je bijvoorbeeld afvallen en zwicht u elke keer opnieuw voor de gevulde koeken op het station, dan is deze zin handig: ‘Als ik om vier uur vanmiddag nog trek krijg, dan loop ik de kiosk met gevulde koeken voorbij en pak de appel uit mijn tas.’ Op deze manier kunnen ingesleten gewoontes in het reptielenbrein worden omzeild en is de kans groter dat je nieuwe gedrag langer volhoudt.

Terugkerende reacties
Patronen zijn niet altijd geautomatiseerde gewoontes, een patroon kan ook bestaan uit een steeds terugkerende reactie op anderen. Bijvoorbeeld als en in je jeugd altijd beslissingen over jou hoofd genomen werden door anderen, is het hoogstwaarschijnlijk zo dat je op latere leeftijd moeite hebt zelf keuzes te maken. Dit soort jeugdpatronen heeft gevolgen voor hoe we later als volwassenen in het leven staan.
Als eerste stap op weg naar verandering van een reactieptroon is het belangrijk om te begrijpen waar gedrag vandaan komt.

Het kind van vroeger
Zorgen voor je innerlijke kind is een van de manieren om deze patronen te doorbreken. Op het moment dat er sprake is van overdreven reactie bij jezelf is de kans groot dat er een pijnpunt uit de kindertijd is geraakt. En net als bij andere kleine kinderen heeft het kind van vroeger dat nog in ons huist aandacht en zorg nodig. Om zo de volgende keer op een meer volwassen manier te kunnen reageren op moeilijke situaties.

Zo werken reactiepatronen
Een modus is een reactiepatroon dat voorkomt uit onze jeugd. Deze patronen kunnen kinderlijk zijn of juist de stem van onze ouders vertegenwoordigen.
Reacties vanuit het kind
* Sombere en nare gevoelens, zoals schaamte, eenzaamheid, angst, verdriet of dreiging (gekwetste kind-modus).
* Woede, ergenis, impulsieviteit en koppigheid (boze en impulsieve kind-modus).
* Speels, ongeremd, nieuwschierig, genietend (gelukkige kind-modus).
Reacties door ‘stemmen’ van ouders
* Overdreven eisen stellen aan jezelf, bijvoorbeeld op het gebeid van werk of uiterlijk (veeleisende ouder-modus).
* Schuldgevoel wanneer niet word voldaan aan verwachtingen van anderen (schuldinducerende ouder-modus).
* Een innerlijke, afwijzende stem met uitspraken als: “je bent ook zo dom” (straffende ouder-modus).
Manieren van omgaan met een opgebouwd schema
* Onderwerping (overgave aan boodschappen van de negatieve ouder – ‘ik ben nu eenmaal dom’).
* Vermijding (nare gevoelens of problemen uit de weg gaan).
* Overcompensatie (het tegenovergestelde gedrag vertonen, onzeker voelen, maar stoer gedragen).
Als we helemaal in balans zijn en onze reacties niet abnormaal heftig zijn, reageren we meestal vanuit de modus van de ‘gezonde volwassenen’.

stap voor stap

Een patroon doorbreken

  1. Herken de signalen en probeer tot rust te komen. bepaalde reacties, zoals gespannen schouders en negatieve gedachten, geven vaak al aan dat er sprake is van stress. Even een voorbeeld, je word als oma gevraagd om even op de kinderen te passen. Maar je voelt je vermoeid en raakt gespannen. In plaats van ja te zeggen, merk je de spanning in je lichaam op en haal je een paar keer diep adem. Je zegt: “ik zou het graag willen , maar merk dat ik bij de vraag alleen al stress krijg. Ik moet echt even op mezelf letten de komende tijd, zodat ik straks weel een leuke oma kan zijn.”Grote kans dat je dochter dit begrijpt.
  2. Leer kwaadheid stapsgewijs te uiten. Begin rustig en word pas boos als de ander niet luisterd. Als je te lang wacht met het uiten van ongenoegen kan boosheid te hoog oplopen en bij het uiten schade veroorzaken die soms moeilijk te repareren is. Stel dat je dochter was door gegaan: “Ik kan geen kant op, kun je niet toch een paar uur komen?”, dan is een fermele reactie op zijn plaats. “Nee lieve schat, ik snap dat je in een lastige situatie zit, maar ik moet echt op mezelf letten.” Gaat je dochter overstag, dan is de kans groot dat de irritatie oploopt en ze bij de volgende vraag de volle laag krijgt.
  3. Mentale training. Stel je in gedachten voor hoe een ander – zonder ingesleten patroon – zou reageren op een lastige situatie en bereid je zo voor.

4. Maak een reis naar het verleden. Probeer een recente stressvolle situatie opnieuw te beleven en de gevoelens van boosheid, eenzaamheid of verdriet terug te halen. Laat het beeld dan los, maar houd de gevoelens vast. Ga vervolgens terug in de tijd en probeer te ontdekken of er momenten van vroeger waren waarin dezelfde gevoelens een rol speelden. Wacht af welke beelden en herrineringen omhoogkomen en ga na hoe je je destijds als kind voelde. Onderzoek wat de verschillen en overeenkomsten zijn met de gevoelens die je onlangs had.
5. Verzin een nieuw einde van een vervelende jeugdervaring.
Op de derde dag van haar nieuwe baan is Maaikes collega jarig. In de hoek van het kantoor staat taart en om elf uur worde er gezongen. Maaike merkt dat ze het moeilijk vind om mee te doen en blijft aan haar bureau zitten. Ze voelt zich ongelukkig en ontevreden over zichzelf. Ze denkt terug aan toen ze twaalf was en net naar de middelbare school was gegaan. Van haar vorige school was ze de enigste in deze klas. Ze had zich niet durven mengen en was bag voor die vreemde kinderen. Maaike ‘herschrijft’ deze situatie opnieuw. Haar twaalfjarige ik loopt naar haar klasgenoten toe en begint een gesprek: “Waar wonen jullie? Hoe ver moeten jullie fietsen?” Twee meisjes geven antwoord, er ontstaat een leuk gesprek en uiteindelijk worden ze vriendinnen. Als Maaike daaraan denkt, durft ze in de nieuwe situatie op te staan van haar bureau, naar de koffie hoek te lopen en haar nieuwe collega te feliciteren.

Liefs,

Angela

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: